Bel ons op +32 11 80 10 10

Nieuws

Terug naar overzicht

Het stookoliefonds komt er na 20 jaar: "Ook dossiers waar sanering al is gebeurd komen in aanmerking"

Na 20 jaar is er een doorbraak in het dossier van het stookoliefonds. Het fonds dat mensen met een lekkende stookolietank financieel kan ondersteunen bij de sanering van hun bodem. Een kostprijs die voor hen vaak tienduizenden euro's kost. Federaal energieminister Tinne Van der Straeten heeft bij De Inspecteur op Radio 2 aangekondigd dat het fonds er nog dit jaar komt. Deze week deed Rudy uit Diest zijn verhaal nog in de Inspecteur, hij moet voor de sanering van z'n voortuin 100.000 euro ophoesten uit eigen zak.

Er is al een lange tijd een welles-nietesspelletje bezig tussen de regeringen van ons land en de stookoliesector. Verhalen als die van Rudy hebben dus zeker bijgedragen tot het besef dat er echt wel een oplossing moest komen. "De kopzorgen waar die mensen mee zitten moeten verdwijnen door hun kosten te vergoeden", zegt Van der Straeten.

Oplossing gevonden

“Het langverwachte bodemsaneringsfonds komt er. Na 20 jaar is er eindelijk een oplossing voor de 10.000 Belgen die met lekkende stookolietank en torenhoge factuur worden geconfronteerd", aldus Van der Straeten. "De stookoliesector gaat akkoord met de spoedige oprichting van het fonds. Lekkende tanks in kwetsbare natuur zullen prioritair worden gesaneerd omdat daar de milieuschade het grootst is. Meer dan 25 miljoen liter stookolie is er de afgelopen jaren gelekt in de bodem. Dit is één van de grootste stille natuurrampen in ons land die nu eindelijk wordt aangepakt. Die historische vervuiling wordt eindelijk aangepakt.”

Het dossier zat vooral vast omdat de Vlaamse regering niet meer wil dat bestaande stookolie-installaties worden vervangen door nieuwe, in het regeerakkoord staat dat die moeten vervangen worden door aardgas. Maar omdat de stookoliegebruiker het fonds mee betaalt was er bij de sector twijfel over de financiering van het verhaal. "Dat probleem hebben we nu opgelost omdat we tweejaarlijks overleg gaan plegen met de sector", zegt Van der Straeten.

10.000 lekkende stookolietanks

In totaal zijn er zo'n 10.000 Belgen die te maken hebben met bodemverontreiniging door stookolie. De kosten voor de opkuis wordt geschat rond de 50.000 euro, en loopt op tot meer dan 250.000 euro en meer als ook het grondwater verontreinigd is.

Van der Straeten: “Zonder bodemsaneringsfonds moesten eigenaars zelf de dure factuur ophoesten, waardoor veel lekken niet werden gemeld. Nu het fonds er komt, is dit een uitstekende zaak voor de vele getroffen mensen die een duizelingwekkende factuur boven hun hoofd hing.”

Stookoliegebruiker betaalt mee

Het fonds wordt gefinancierd door de stookoliesector, maar ook door de stookoliegebruikers. Zij zullen op hun factuur een kleine bijdrage betalen voor het fonds, zegt de minister.

"Voor de stookoliegebruiker wordt er op z'n factuur een bijdrage van 0,01 euro per liter doorgerekend. Het fonds schat in dat voor zijn werking een budget van maximaal 512 miljoen euro beschikbaar zal moeten zijn voor 20 jaar met een automatische stop van de inning bij het bereiken van het bedrag."

Wat betekent dit voor Rudy?

Volgens de minister beseft de sector ook dat dit fonds nodig is om hun eigen jarenlange klanten te helpen en zouden de eerste dossiers nog dit jaar kunnen ingediend worden. Maar betekent dat ook dat lopende dossiers nog een kans maken?

"Omdat het fonds werkt met terugwerkende kracht zal dat zeker kunnen", zegt Van der Straeten. "Zowel mensen bij wie de sanering nu bezig is of bij wie ze is afgerond kunnen hun dossier indienen zodra het fonds operationeel is. Ook zij komen in aanmerking voor terugbetaling."

Bron: vrt.be/vrtnws/

Waarom kiezen voor Practigas

  • scherpe prijzen
  • betrouwbare kwaliteit
  • flexibele leveringen
  • uitgebreid aanbod gasflessen en gastanks
  • 3 generaties lokaal vakmanschap

Waarom kiezen voor Practigas

  • scherpe prijzen
  • betrouwbare kwaliteit
  • flexibele leveringen
  • uitgebreid aanbod gasflessen en gastanks
  • 3 generaties lokaal vakmanschap